Ik ben Gijsbert van Iterson Scholten, 37 jaar en ik woon in Alkmaar Noord.
Ik werk als docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Mijn motto is: ‘Als je ergens wat over te zeuren hebt, moet je ook bereid zijn er wat aan te doen’.
Ik kom graag in gesprek met u over jeugd, duurzaamheid of onze idealen.
Als je mij zou beschrijven, ben ik Enthousiast, genuanceerd en humorvol.
Als ik ergens enthousiast over ben, dan zal iedereen het weten ook. Dat zit me wel eens in de weg, maar het leidt ook tot een enorme drive om dingen op te pakken en te verbeteren. Waarbij ik wel altijd probeer om de nuance te blijven zien en om de zaken met een beetje humor te benaderen. Anders wordt je zo’n zure oude betweter, daar zit niemand op te wachten.
Ik heb me kandidaat gesteld om twee redenen. Ik ben opgegroeid in Alkmaar Noord en woon er nu sinds een aantal jaar weer met veel plezier. Hoewel ik een achtergrond heb in internationale politiek, met name vredesvraagstukken, vind ik dat ik ook lokaal een bijdrage moet leveren aan de wereld. Lid worden van de gemeenteraad en daarmee meebeslissen over alles wat er in Alkmaar gebeurt, is een van de manieren om dat te doen.
Daarnaast gaat de gemeenteraad wel degelijk over heel wezenlijke zaken. Hoeveel geld er is voor jeugdzorg, waar kunnen we nog extra woningen bouwen en hoe gaan we er voor zorgen dat we zo snel mogelijk overgaan op duurzame energiebronnen.
Ik ben er enorm trots op het feit dat we de afgelopen jaren met de fractie hebben kunnen laten zien dat je ook vanuit de oppositie heel veel voor elkaar kunt krijgen. Of het nu gaat om ons initiatiefvoorstel diversiteitsbeleid, dat weliswaar in de raad net geen meerderheid kreeg, maar vervolgens door het college evengoed overgenomen werd, over de garantiebanen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of over de talloze slepende dossiers uit Graft- De Rijp die Leo van Etten de afgelopen jaren opgelost heeft, we hebben echt een verschil kunnen maken voor heel veel mensen.
Persoonlijk heb ik me daarnaast vastgebeten in de Jeugdzorg. Zeker nadat we eind vorig jaar een brandbrief kregen van verschillende jeugdzorg organisaties uit de regio die stelden dat de tarieven die de gemeente wilde gaan rekenen zo ver onder hun eigen kostprijs lagen, dat ze daar niet op konden intekenen. Samen met mijn collega Katinka Kerssens ben ik bij alle ondertekenaars van deze brief langs gegaan om te horen waar het probleem precies zat. Inmiddels is er een overgangstarief en wordt er gezamenlijk gekeken naar een passend tarief voor de komende jaren. Dat samen optrekken spreekt mij enorm aan. De zorg is geen markt, in de zorg moet je samen kijken hoe je met het beschikbare budget zo veel mogelijk mensen zo goed mogelijk kunt helpen.
De komende jaren wil ik mij vooral inzetten voor het in hoog tempo verduurzamen van onze gemeente. De opwarming van de aarde stelt ons echt voor gigantische uitdagingen, die zo snel mogelijk opgelost moeten worden. En die oplossingen liggen voor een belangrijk deel op lokaal niveau. Wijken moeten worden aangesloten op het warmtenet, bestaande huizen moeten veel beter geïsoleerd worden en onze energie moet lokaal opgewekt en meteen gebruikt kunnen worden. Bovendien moeten we voorkomen dat duurzaam leven alleen weggelegd is voor mensen met veel geld. Ik ben er van overtuigd dat investeringen in duurzaamheid zich altijd uitbetalen, maar je moet natuurlijk wel eerst geld hebben om te kunnen investeren. Daar zou de gemeente wat mij betreft een nog veel grotere rol in mogen spelen.
Het leukste aan lokale politiek vind ik dat het direct zichtbaar is als je iets bereikt. Als de raad besluit dat er gebouwd mag worden, zie je bij wijze van spreken een maand later de eerste hijskranen al verschijnen. Of als wij een subsidieregeling in zouden stellen voor kleine horizontale windmolentjes, zie je die na een jaar overal in de stad verschijnen. Dat lijkt me enorm gaaf.
Over 4 jaar zeggen de mensen die op mij hebben gestemd hopelijk: ‘ik ben blij dat ik op hem heb gestemd, want hij houdt zijn hoofd koel, weegt rustig alle belangen af en handelt uiteindelijk in het belang van de hele gemeente’.