Verslag politiek café ‘Woonwensen van ouderen’

25 oktober 2024

Op 27 september hield GroenLinks-PvdA Alkmaar alweer zijn derde politieke café, dit keer over de woonwensen van ouderen. Voornaamste conclusies: ouderen willen best kleiner gaan wonen, hun huis splitsen of kamers verhuren aan jongeren, maar hebben vooral behoefte aan een zorgzame buurt waar ze met anderen, jong en oud, voor elkaar kunnen zorgen. En juist dat maakt de gemeente niet altijd makkelijker.

De zaal was goed gevuld met zo’n 50 mensen. Gesprekleider Gijsbert van Iterson Scholten trapte af door te stellen dat het vanavond over twee grote problemen zou gaan: de wooncrisis en de toenemende vergrijzing. Waarbij het vooral de bedoeling was te inventariseren wat ouderen hier zelf over denken.

Marcel Ham, onderzoeker bij Movisie en hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken haakte hier in zijn inleiding direct op in. Ouderen worden te vaak als een vraagstuk gezien, terwijl zij juist allerlei problemen waar Nederland tegenaan loopt kunnen helpen oplossen.

Of het nu gaat om de tekorten op de arbeidsmarkt, het tekort aan betaalbare woonruimte, aan vrijwilligers bij verenigingen of zelfs de sociale samenhang in dorpen en steden. Ouderen zijn heel waardevol voor de samenleving. Om de aanstaande vergrijzing op te vangen, is het daarbij wel van belang te investeren in zorgzame buurten. Op verzoek van de Tweede Kamer schreef Ham met anderen een rapport over de verschillende woonvormen die er in het land voor ouderen opgetuigd worden. Vooral de ‘moderne hofjes’ bleken bij de aanwezigen populair.

Anton Coenen, voorman van de stichting Victoriehof, schatte in dat er in Alkmaar zeker 1.000 mensen belangstelling hebben voor deze woonvorm. Waar het echter aan ontbreekt zijn locaties waar zo een hofje gerealiseerd kan worden. Zijn oproep was aan de gemeente om lef te tonen en gewoon een locatie aan te wijzen waarop een dergelijke woonvorm gerealiseerd kon worden.

Hans Grotenbreg, die in de Rijp ook bezig is met het opzetten van een nieuw hofje, voegde hier aan toe dat het in het buitenland veel gebruikelijker is dat mensen collectief een woonvorm opzetten die eigendom is van een woonvereniging in plaats van een particulier of een corporatie. Het voordeel van dergelijke coöperatieve woonvormen is dat de mensen die er wonen veel eerder geneigd zijn een gemeenschap te vormen. Je woont er niet voor jezelf, maar met elkaar.

Vervolgens ontspon zich een geanimeerde discussie met de zaal over de vraag wat eerst zou moeten komen: gemeenschapszin of een locatie. De conclusie van de avond was dat beide nodig zijn:
wethouders met het lef om te zeggen ‘op deze plek gaan we het een keertje helemaal anders doen’
en buren die de handen ineen slaan en gezamenlijk een zorgzame buurt gaan vormen.
En passant werd ook nog opgemerkt dat de gemeente momenteel vooral hindernissen opwerpt voor mensen die met anderen samen willen gaan wonen, bijvoorbeeld door kamers te verhuren aan jongeren.
Gemeenteraadslid Tineke Bouchier GroenLinks-PvdA Alkmaar merkte op dat in andere gemeenten al ervaring is met alternatieve woonvormen voor ouderen. Maar de gemeente Alkmaar denkt al sinds jaar en dag dat dit te vergelijken is met commerciële projecten, dus wil voor dit soort projecten marktprijzen rekenen. Echter in hofjes of soortgelijke innovatieve woonprojecten, is helemaal geen sprake van commercieel vastgoed. Er zijn dus goede voorbeelden van andere gemeenten beschikbaar waar gerekend wordt met sociale grondprijzen of met zo laag mogelijke marktprijzen om ruimte te bieden aan woon coöperaties- georganiseerd door inwoners.  Zij beloofde dit in de komende woonvisie aan de orde te stellen en de wethouder hier op aan te spreken. Ook is zij voorstander van oplossingen waarbij woningen gedeeld worden, zodat ouderen die niet perse een huishouden vormen, toch kunnen samenwonen.  En zij is  voorstander van  woningbouw waarbij er voldoende flexibiliteit is zodat er zowel ouderen als jongeren kunnen wonen en samen een gemeenschap kunnen vormen. Zij zal met de huidige wethouder wonen kijken of dit ‘laaghangend fruit’ bij het oplossen van de woningnood niet snel geplukt kan worden.